3.1.7 Geavanceerde ritmische commando’s
Opmaat
Terminologie: anacrusis.
Een opmaat (of anacrouse) wordt ingevoerd met het
sleutelwoord \partial
. Het wordt gevolgd door een
nootlengte: \partial 4
is een opmaat van een kwart en
\partial 8
een achtste.
\relative { \partial 8 f''8 | c2 d | }
Antimetrische figuren
Terminologie: note value, triplet.
Antimetrische figuren wordeg gemaakt met het
\times
sleutelwoord. Het verwacht twee parameters:
een fractie (breuk) en een stuk muziek. De lengte van het
stuk muziek wordt vermenigvuldigd met de fractie. Een triol
maakt dat de noten 2/3 van hun lengte duren, dus een
triool heeft als fractie 2/3
\relative { \tuplet 3/2 { f''8 g a } \tuplet 3/2 { c8 r c } \tuplet 3/2 { f,8 g16[ a g a] } \tuplet 3/2 { d4 a8 } }
Versieringen
Terminologie: grace notes, acciaccatura, appoggiatura.
Versieringen worden gemaakt met het \grace
commando, hoewel ze ook gemaakt kunenn worden door een het
sleutelwoord \appoggiatura
of \acciaccatura
voor een muziekuitdrukking te zetten
\relative { c''2 \grace { a32 b } c2 | c2 \appoggiatura b16 c2 | c2 \acciaccatura b16 c2 | }
Zie ook
Notatiehandleiding: Grace notes, Tuplets, Upbeats.